Het verhaal van - Conny

Conny heeft altijd als activiteitenbegeleider in de ouderenzorg gewerkt en sinds een jaar is zij activiteitenbegeleider op de afdeling geriatrie. ‘’We streven ernaar dat het hier huiselijk is voor de patiënt en bieden warmte en structuur. We werken hard en vooral met ons hart. We zijn een toegevoegde waarde in het herstel van patiënten en het mentale welbevinden. En leveren een hele positieve bijdrage rondom de intensieve zorg en hulpvraag voor steeds meer kwetsbare ouderen.''

De verschillen

Conny heeft de opleiding tot activiteitenbegeleider gevolgd. Met deze studie kon je gaan werken binnen verschillende zorginstellingen. Ze is aan de slag gegaan als activiteitenbegeleider in de ouderenzorg en dat had ze aan het begin van haar studie niet gedacht. ‘’Toen ik heel jong was dacht ik dat ik absoluut niet met ouderen wilde werken, want daar had ik een vertekend beeld van op dat moment. Maar tijdens mijn stage dacht ik ‘het is gewoon helemaal mijn doelgroep!’.’’

Na een hele tijd in de ouderenzorg te hebben gewerkt, heeft ze uiteindelijk de overstap gemaakt naar het ziekenhuis. Er zit een groot verschil in de functie van activiteitenbegeleider binnen bijvoorbeeld de ouderenzorg en het ziekenhuis. In de ouderenzorg blijft je cliënt lange tijd hetzelfde, zijn de groepen groot en is het doel met name afleiding en ontspanning. Binnen het ziekenhuis kijk je vooral heel erg naar het individu en wat hij of zij nodig heeft. Je biedt maatwerk en stelt samen met andere disciplines een behandelplan op. Hierbij kijk je naar de mogelijkheden van de patiënt, daar speel je op in en pas je de activiteit op aan. Alle activiteiten die aangeboden worden zijn gekoppeld aan een doel om het herstel en de zelfredzaamheid van de patiënt te bevorderen. Zo wordt activiteitenbegeleiding bijvoorbeeld ingezet om de cognitie (geheugen, waarneming, aandacht), het gedrag en de stemming te observeren, sociale interactie te stimuleren en het lichamelijk functioneren te activeren.

Het werk als activiteitenbegeleider

Als activiteitenbegeleider ben je niet zomaar wat gezelligs aan het doen. Achter alle activiteiten zit een gedachtegang en een organisatie. ‘’Het bedenken van een activiteit, welke materialen heb ik nodig, voldoet de activiteit aan de veiligheidsnormen, wanneer ga ik de activiteit doen, welke doelen wil ik bereiken en hoe helpt het verder in herstel, heb ik voldoende informatie over de patiënt, zijn er extra handen nodig voor de activiteit, en nog meer. Het is veel meer dan ‘even een activiteit organiseren’. Er is zoveel waar je over na moet denken.’’

‘’Op het moment dat een patiënt binnenkomt staan wij eigenlijk direct aan het bed, mits het ziektebeeld dit toelaat, om kennis te maken en te kijken waar deze persoon behoefte aan heeft. We proberen zoveel mogelijk activiteiten in te zetten waar wij de patiënt kunnen observeren om de doelen te bereiken.’’ Als bijvoorbeeld een patiënt verward binnenkomt dan is het aan de activiteitenbegeleider om de cognitie te gaan observeren. Dit kan door middel van geheugentraining, spel en beweging of gespreksvoering. Alle bevindingen worden genoteerd in een algemeen dossier en meegenomen in het multidisciplinaire overleg. Zo wordt er met verschillende disciplines, zoals een arts, verpleegkundige, transferbegeleider en fysiotherapeut, bekeken hoe de patiënt ervoor staat en wat de patiënt precies nodig heeft.

‘’Op de afdeling werken we met verschillende disciplines samen en maken we benaderingsplannen en dagprogramma’s. We kunnen deelnemen aan diverse overlegvormen, klinische lessen, scholing en/of actief deelnemen aan werkgroepen. Ik zet mij in voor de naastenparticipatie. Dit zorgt ervoor dat mijn werk afwisselend is, ik in ontwikkeling blijf, en uitdagingen blijf behouden.’’

Vacature activiteitenbegeleider

Aan welke activiteiten kun je nou precies denken?

Eigen regie en zelfredzaamheid staan altijd centraal. Het is niet verplicht voor de patiënt om deel te nemen aan de activiteitenbegeleiding. Wel wordt het gestimuleerd. ‘’De één heeft juist behoefte aan (groeps)activiteiten in de huiskamer en de ander niet of is meer op zichzelf. Dan is het aan ons om te kijken, wat kunnen we die persoon dan aanbieden, zoals individuele activiteiten. Dit wordt vaak heel erg gewaardeerd.’’

Iedere ochtend staat er een geheugentraining op de planning, zoals quizvragen of een spel met voorwerpen van vroeger. ‘’Je stelt dan onderliggende vragen, van heeft u dat voorwerp ooit gebruikt, in welke ruimte, hoe gebruikt u het voorwerp, etc. Je biedt de patiënt een hele veilige omgeving om op een laagdrempelige manier in gesprek te gaan. Het is wat luchtiger dan een gesprek op de kamer en patiënten hebben vaak niet in de gaten dat wij ondertussen met onze doelen bezig zijn. Je krijgt de leukste verhalen over vroeger te horen.’’

Bewegingsactiviteiten komen ook veel voor op de afdeling. Daarbij kun je denken aan werp- en balspellen, bewegen op muziek, yoga of vloerplaten zoals een groot ganzenbordspel. ‘’Bij het beweegganzenbordspel kom je bijvoorbeeld op een vakje waar we allemaal vier keer onze armen omhoog moeten doen.’’

Steeds meer aandacht wordt er besteed aan therapeutische creatieve activiteiten. ‘’We maken hier niet zomaar een schilderijtje. Ook hier zit een gedachtegang achter. Zo hebben we een schilderij gemaakt met meerdere patiënten. Ik heb de boom geschilderd en vervolgens allemaal knopen op tafel gelegd. De patiënten gaan dan zoeken naar de juiste vormen en kleuren en de kleine en grote knopen bij elkaar plakken.’’ Wat zit hier dan achter? ‘’Op het moment dat je knoopjes aan het uitzoeken bent, kijk je gewoon lekker naar de tafel en laat je op zo’n moment juist emoties toe. Je kunt heel makkelijk een diepgaand gesprek aanknopen. Het is een fijne en laagdrempelige manier om contact te maken en te observeren. Er komt cognitie bij kijken, omdat een patiënt moet nadenken over welke vormen en kleuren te gebruiken, maar ook sociale interactie onderling. Ik zou heel graag een galerij maken met allemaal kunstwerken van patiënten. Zo kun je laten zien dat alles met een gedachte is gemaakt. Het is leuk voor de patiënt, de familie en de medewerkers om te zien.’’

Toekomst en ambities

Het stukje activiteitenbegeleiding is bij veel zorginstellingen op de achtergrond verdwenen door de vele bezuinigingen. Vroeger had je activiteitenbegeleiders in het ziekenhuis op verschillende afdelingen. Conny zou het dan ook fantastisch vinden als er weer meer aandacht geschonken zou worden aan activiteitenbegeleiding op verschillende afdelingen en niet alleen op geriatrie. ‘’Het is natuurlijk op veel meer afdelingen nuttig dan alleen geriatrie. Door het alleen maar liggen in bed gaan namelijk de cognitie en het lichamelijke achteruit. Met activiteitenbegeleiding zorg je voor extra prikkels en ben je even niet ‘een patiënt’. Wij hebben het niet over ziek zijn, maar zorgen juist voor een prikkeling en een lach op het gezicht. Het is heel dankbaar werk. En in de beleving van de patiënt doen wij alleen maar leuke dingen. Het is een uitdaging om datgene te vinden wat een patiënt triggert, je biedt maatwerk.’’

In de functie van activiteitenbegeleider werk je heel zelfstandig. Je werkt binnen een zorgteam en niet samen in een activiteitenteam, zoals in een verzorgingstehuis. Wel heb je de hulp van vrijwilligers. ‘’Wij hebben fantastische lieve vrijwilligers die dagdelen komen helpen of met de eetmomenten.’’ Conny geeft aan dat de variatie in het werk en wisseling van patiënten het werk heel leuk maakt. ‘’Ik dacht in eerste instantie toen ik hier kwam werken dat ik dat lastig ging vinden, want je kunt niet op de lange termijn iets opbouwen. Je moet direct pieken. Maar die uitdaging maakt het juist leuk. Iedere keer weer nieuwe gezichten zien, opnieuw kennis maken, kijken wat iemand nodig heeft en wat je kunt betekenen in jouw rol als activiteitenbegeleider, dat maakt het werk heel mooi. Een mooi streven voor in de toekomst zou zijn om activiteitenbegeleiding in te zetten op meerdere afdelingen. Niet alleen voor ouderen, maar voor meerdere doelgroepen.

Meer informatie
2