De term Medische Techniek klinkt misschien als een containerbegrip — en dat is het ook. Niet iedereen heeft een scherp beeld van dit veelzijdige vakgebied. Om daar verandering in te brengen, ontwikkelde de VZI verschillende bezoekersprofielen die helder en doelgericht uitleggen wat werken in de medische techniek inhoudt. We hebben Jean-Christoph Guillaume bereid gevonden iets te vertellen over zijn functie als Manager en Hoofd Medische Technologie. Met enthousiasme en toewijding beschrijft hij zijn werk: veel managers zitten de hele dag op kantoor, maar zo doet hij het niet!
Start van de loopbaan
‘Mijn carrière is vrij technisch begonnen. Van origine ben ik Belg en ik ben opgeleid als ingenieur medische instrumentatietechniek, dat is een opleiding in Brussel. Mijn hele werkende leven, dat is nu zo’n 25 jaar, ben ik al bezig met medische instrumentatie en life science.
Ik begon in Brussel bij Philips Healthcare als service ingenieur voor hartkatheterisatie, dat zijn grote en complexe toestellen. Gedurende zeven jaar deed ik voor die apparatuur de service en het onderhoud. Toen ik mij wilde richten op het management kreeg ik de kans om een klein team te leiden bij het Response Center van Philips Healthcare Benelux in Eindhoven. En uiteindelijk leidde ik daar een afdeling van ongeveer dertig personen. Met dit team beantwoordden we alle oproepen van klanten en stuurden we zo’n tweehonderd service-engineers aan in de Benelux. Dat gaat dan om het plannen van de installaties en het onderhouden van de apparatuur en de online ondersteuning.’
De wereld over en weer terug
Toen ik meer van de wereld wilde zien, ben ik logistics manager geworden bij Philips voor het Midden-Oosten en Afrika, Rusland en Centraal-Azië. Ik heb binnen die regio’s heel veel landen bezocht. Uiteindelijk ben ik gesetteld en gaan werken in de elektronenmicroscopie. Dat is een totaal andere tak van sport, maar nog steeds life science. Niet meer aan de kant van de gebruiker, maar meer aan de kant van de research. We ondersteunden universiteiten onder andere bij het reconstrueren van eiwitcomplexen.
Maar de zorg lonkte, omdat de mens – in dit geval de patiënt – daar toch meer centraal staat en dus ben ik teruggekeerd naar de zorg.’
Mijn hart zit in het ziekenhuis
‘Ik zit hier nu een halfjaar en ik heb het ontzettend naar m’n zin. Ik beschouw mijzelf niet sec als een manager, ik zie mezelf meer als een people manager, dat is echt mijn ding. Hier begeleid ik een team van 42 mannen en vrouwen. Ik coach deze mensen en ik probeer ze te inspireren. Ik wil dingen oplossen voor hen en ze richting geven in hun werk. Het geeft me ontzettend veel voldoening om er voor hen te zijn.
In die zin zou ik geen manager bij een bank kunnen zijn. De zorg is mijn hele werkende leven mijn aandachtsgebied geweest en het ziekenhuis is pure zorg, daar zitten de patiënten. Alles wat wij doen heeft te maken met een patiënt. Het doel is om de patiënt uiteindelijk gezond, of gezonder, weer te ontslaan. Dat is waarvoor wij het doen. We zijn een ondersteunende dienst, die ervoor zorgt dat alle technische afdelingen binnen het ziekenhuis goed draaien. Zodat de dokters en verpleegkundigen hun patiënten kunnen helpen. Mijn mensen zetten zich in – soms dag en nacht – zodat er zorg verleend kan worden op de best technisch mogelijke manier.’
Waardevol technisch personeel
‘Het Catharina Ziekenhuis investeert veel in high tech apparatuur. Dat is voor ons technici heel fijn. Bovendien is het zo dat wij het onderhoud en de service van de apparatuur grotendeels in eigen beheer doen. Onze mensen worden door de leveranciers opgeleid. Dat is een bewuste keuze. Eindhoven is een concurrerende omgeving als het gaat om goed opgeleid technisch personeel. Het kan daardoor lastig zijn om personeel te vinden. Dus als je goed technisch personeel hebt, moet je zorgen dat je ze voor het ziekenhuis behoudt. Technisch personeel moet je voeden: je moet ze technisch uitdagen. Door ze specialistisch op te leiden houden we ze inhoudelijk bij de les. Ze kunnen zelf de diepte in en bouwen behoorlijk wat kennis op. En vervolgens zijn wij in staat om heel snel een storing te verhelpen. Een leverancier doet er soms meer dan een dag over om iemand te sturen. Al die tijd besparen we en patiënten hoeven geen nieuwe afspraak te maken. Mijn mensen zijn er binnen vijf minuten.’
Mobiele manager
‘Veel managers zitten de hele dag op kantoor, maar zo doe ik het niet. Ik ben de hele dag bij mijn teams aanwezig op de afdelingen. Elke dag werk ik vanuit een ander team, op een andere afdeling. Het is een bewuste keuze om niet op een vaste werkplek te zitten. Zo houd ik goed contact met mijn mensen en kan ik hen het beste begeleiden. Ik hoor direct of ik iets voor hen kan betekenen of een besluit voor hen kan nemen. Als ik ’s avonds naar huis ga heb ik 12.000 tot 15.000 stappen gezet. Ik draag dus ook vaak wit, omdat ik constant op de afdelingen ben. Niet op de voorgrond, want ik heb inhoudelijk niets te zoeken bij een patiënt, maar ik ben bijvoorbeeld wel op de OK als dat nodig is.
Naast het hands-on contact met mijn teams houd ik me natuurlijk ook bezig met het aansturen van de afdeling en het strategisch denken met het MT. En met processen als aanschaftrajecten, werken aan veiligheid van patiënten en werknemers en deelnemen aan audits.’
Met liefde
Ik doe mijn werk echt met mijn hart. Het is een groot team in een groot ziekenhuis en dan is dat nodig. We werken hier soms ’s nachts of in het weekend en dat is een heel verschil met bijvoorbeeld het bedrijfsleven. Toen ik hier net begon vroeg ik heel voorzichtig naar beschikbaarheid als er iets buiten kantooruren op stapel stond, maar ik kreeg direct veel aanmeldingen. En dat maak ik dus vaker mee. Mensen zijn nieuwsgierig, ze willen leren en hebben hart voor hun werk. Ze zeggen het zelf: we doen het voor de patiënten, dat is onze motivatie, daarom werken we in een ziekenhuis.
Onze techniekers zijn mensen die geboeid zijn in de techniek en die geboeid zijn door mensen. Het zijn fantastische mensen. Ik op mijn beurt zorg er graag voor dat zij het goed hebben op hun werk. Ze mogen me dag en nacht bellen en dat weten ze ook.’
VZI
‘Sinds februari ben ik lid van de VZI. Voorheen was ik lid van de vakvereniging van Franstalig België, maar die doen lang niet zoveel voor de beroepsgroep als de VZI. Zij zijn kleiner, minder sterk en invloedrijk. Hier lopen de trainingen van engineers via de VZI, die worden daar getraind, opgeleid, gecertificeerd. Ze houden zich naast de opleidingen ook bezig met informatieverstrekking via workshops en conferenties. Ze zorgen voor richtlijnen en geven ook richting aan de ontwikkeling van de medische technologie. De VZI doet cruciaal werk voor ons. In België doen medisch technici veel minder in ziekenhuizen dan wij hier in Nederland doen. Daar is het meer een kwestie van melden en opvolgen en minder zelf het onderhoud doen. Ze hebben daar minder opleidingsbudget dan wij hier, dus het grote en ingrijpende onderhoud besteden ze uit.’
Wat vertel je de verjaarsvisite
‘Nu kan ik vrij makkelijk op een verjaardag uitleggen wat ik doe: ik zorg er samen met mijn team voor dat alle medisch technische afdelingen van het ziekenhuis blijven draaien. En dan moet ik soms nog uitleggen wat medisch technische afdelingen zijn en welke apparatuur we allemaal onderhouden. Maar dan snappen ze het wel. En ze zeggen meestal ook dat ze daar nog nooit over nagedacht hebben.’
Bron VZI
Fotograaf: Jan-Willem de Venster